Stap 1: Een account aanmaken
De eerste stap is het aanmaken van een GTM-account. Ga hiervoor naar de GTM-website en meld je aan met je Google-account. Heb je jouw bedrijfse-mailadres nog niet omgezet in een Google-account? Doe dat dan eerst.
Door op deze link te klikken kom je op de pagina waar je kunt inloggen. Klik onderaan op “account maken” en kies vervolgens voor de optie “Voor mijn werk of bedrijf”. In de volgende stap kun je kiezen voor de optie “Mijn huidige e-mailadres” gebruiken. Nadat je alle stappen hebt doorlopen is jouw bedrijfse-mailadres omgezet in een Google-account.*
Nadat je een account hebt aangemaakt, krijg je een GTM-container-ID toegewezen. Dit is een unieke code die wordt gebruikt om de GTM-code op je website te installeren.
* Je kunt dit zonder problemen doen: het is niet zo dat de werking van je werk e-mailadres nu verandert. Sterker nog: je werk mail wordt niet eens gesynchroniseerd naar Gmail. Je Google-account is simpelweg gekoppeld aan het e-mailadres van je bedrijf.
Stap 2: De GTM-code toevoegen aan je website
De volgende stap is het toevoegen van de GTM-code aan je website. Je kunt de GTM-code vinden in de GTM-interface onder “Admin” en “Install Google Tag Manager”. De GTM-code bestaat uit twee delen: het eerste deel is de GTM-container-ID en het tweede is de GTM-scriptcode. De GTM-container-ID moet op elke pagina van je website worden geplaatst, bijvoorbeeld in de header of footer van je website. Het GTM-script moet op elke pagina worden geplaatst, direct na de opening van de <body>-tag.
Stap 3: Tags en triggers maken
Nu kun je beginnen met het maken van tags en triggers in GTM. Een tag is een stukje code dat wordt uitgevoerd wanneer een bepaalde actie plaatsvindt op je website, bijvoorbeeld wanneer iemand op een link klikt of een formulier invult. Een trigger is de gebeurtenis die de tag activeert.
Er zijn veel verschillende soorten tags die je kunt maken, zoals Google Analytics-tags, Facebook-pixel-tags en Google AdWords-conversietags. Wanneer je een nieuwe tag maakt, moet je de trigger selecteren die de tag zal activeren. De meest voorkomende triggers zijn kliktriggers, paginaweergave-triggers en formuliertriggers.
Stap 4: Testen en publiceren
Nadat je de tags en triggers hebt gemaakt, moet je alles testen om ervoor te zorgen dat alles goed werkt. GTM heeft een handige voorbeeldmodus waarmee je je tags kunt testen voordat je ze publiceert. Het is belangrijk om te testen voordat je publiceert, omdat het anders kan leiden tot onjuiste gegevens of slechte gebruikerservaringen op je website.
Als je zeker weet dat alles goed werkt, kun je je wijzigingen publiceren door op de knop “Publiceren” te klikken. Je tags en triggers zijn nu actief op je website! Als je op publiceren hebt geklikt, kun je vervolgens informatie over de versie invullen. Het is handig om hier correcte informatie in te vullen, zodat iedereen precies kan zien wat er in welke versie is gewijzigd. Als er dan iets niet juist werkt, kan dit gemakkelijk worden aangepast.